wabi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·bi
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Antiliaans - Nederlands [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wabi | wabi's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wabi m
- (plantkunde) Vachellia tortuosa peuldragende acacia boom met een onaangename geur
- iets van slechte kwaliteit
Synoniemen
- [1] wabiboom
- [2] krakkemikkig, gammel
Afgeleide begrippen
- [2] wabi-sabi
Gangbaarheid
- Het woord wabi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.