waarvan

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·van
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     van  
 persoonlijk     ervan  
aanwijz.   nabij     hiervan  
  veraf     daarvan  
  vragend/betrekk.     waarvan  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
waarvan

  1. vragend van wat?, van welk?
    • Waarvan is die foto? 
  2. betrekkelijk van wat, van hetwelk
    • Ik weet niet waarvan deze opname gemaakt is. 
    • Ik heb de camera waar dit een lens van is, niet bij me. 
     Hier was het nog lastiger omdat er twee mensen naast mij lagen, waarvan één tot overmaat van ramp de enige aanwezige vrouw was.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be