waardigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waardigheid waardigheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de waardigheidv

  1. hoedanigheid van waardig te zijn
  2. ambt waaraan eer en aanzien verbonden zijn
  3. (scheikunde) valentie
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be