waarborgt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·borgt

Werkwoord

vervoeging van
waarborgen

waarborgt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarborgen
    • Jij waarborgt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarborgen
    • Hij waarborgt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waarborgen
    • Waarborgt!