waait mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waait mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meewaaien

waait (...) mee

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meewaaien
    • Jij waait mee. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meewaaien
    • Hij waait mee. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meewaaien
    • Waait mee! 

Gangbaarheid