Teen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tenen
Röntgenfoto van de menselijke voet

In de anatomie van gewervelden is de teen een uitstekend en onafhankelijk beweegbaar onderdeel van de voet of poot.

De teen bevindt zich meestal aan de voorzijde van de voet, maar er zijn dieren waar een deel van de tenen zich aan de zij- of achterkant van de voet bevindt. Zo zit er bij de kip en hond één teen aan de achterkant. In andere gevallen zitten de tenen zo ver van elkaar af dat ze tot aan de zijkant zitten, bijvoorbeeld bij de beer.

De mens heeft vijf tenen aan elke voet. De binnenste teen wordt de grote teen genoemd en de buitenste teen de kleine teen. Vaak worden de andere drie tenen van binnen naar buiten de tweede, derde en vierde teen genoemd.

Functie[bewerken | brontekst bewerken]

De tenen spelen bij de mens een belangrijke rol bij het lopen. Vlak voordat een mens zijn voet optilt bij het lopen, steunt hij op zijn tenen. Tenen corrigeren tevens het evenwicht bij het lopen.

Bij sommigen dieren hebben de tenen meer functies of een andere functie:

  • Bij bijvoorbeeld paarden heeft de middelste teen volledig de functie van de voet overgenomen. Een paard loopt op zijn middelste teen. Katten en honden lopen op al hun tenen.
  • Bij andere dieren zijn tenen, net als vingers, een grijpmiddel, zoals bij de apen. Zij houden zich met behulp van hun tenen aan takken vast. De voeten van apen lijken op de menselijke handen, en de grote teen werkt net als de menselijke duim.
  • Eekhoorns gebruiken hun tenen (met scherpe nagels) bij het klimmen. Ze houden zich dan niet aan een tak vast, maar klemmen hun scherpe nagels in de bast van een boom.

Anatomie van de menselijke teen[bewerken | brontekst bewerken]

De mens heeft 14 teenkootjes in elke voet; de grote teen heeft twee teenkootjes, de andere tenen drie.

De teen bevat een nagel van hoornstof.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Toes van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.