November

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zie November (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van November.
okt november dec
<< 1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 >>
De afbeelding voor november in Les Très Riches Heures du duc de Berry
November in het Getijdenboek Wolfgang Hopyl

November (ook wel: slachtmaand, bloedmaand, nevelmaand)[1] is de elfde maand van het jaar in de gregoriaanse kalender. De maand heeft 30 dagen.

De naam komt van novem, het Latijnse woord voor "negen". November was oorspronkelijk de negende maand van het jaar, omdat het Romeinse kalenderjaar tot 153 v.Chr. op 1 maart begon. In historische bronnen tot midden in de 19e eeuw wordt de maand dan ook wel als 9ber afgekort.

Gebeurtenissen[bewerken | brontekst bewerken]

Meteorologie[bewerken | brontekst bewerken]

Op het noordelijk halfrond is november de derde en laatste maand van de meteorologische herfst, op het zuidelijk halfrond is het de derde en laatste maand van de meteorologische lente.

Weerstatistieken[bewerken | brontekst bewerken]

Weerspreuken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Als het met Allerheiligen sneeuwt, leg dan uw pels gereed.
  • Geeft Allerheiligen zonneschijn, dan zal het spoedig winter zijn.[2]
  • November warm en fijn, het zal een strenge winter zijn.
  • Zwaait de winter al in november zijn staf, zijn rijk zal rap vinden het graf.
  • Wie houdt van wind, november bemint.
  • Als op Sint-Maarten de ganzen op het ijs staan, zullen ze met Kerstmis door't slijk gaan.
  • Vriest het op Sint-Katrien, dan vriest het nog zes weken nadien.[1]
  • November telt dertig dagen, maar het dubbele aan wind en regenvlagen.[1]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zoek november op in het WikiWoordenboek.