vuurwerkbom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vuurwerkbom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vuur·werk·bom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vuurwerk zn en bom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuurwerkbom | vuurwerkbommen |
verkleinwoord | vuurwerkbommetje | vuurwerkbommetjes |
Zelfstandig naamwoord
- een zwaar explosief dat bestaat uit samengesteld vuurwerk
Gangbaarheid
- Het woord vuurwerkbom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Politie: vuurwerkbom bij huis burgemeester waarschijnlijk bewuste actie” (Zondag 29 november 2020, 16:55), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Vuurwerkbom afgestoken bij woning in Amsterdam” (Vrijdag 16 oktober 2020, 17:12), NOS