vuurwapenbezit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vuur·wa·pen·be·zit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurwapenbezit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vuurwapenbezito

  1. het al of niet onwettig in eigendom hebben van een of meer vuurwapens
     Alles wat een terrorist zou kunnen uitrichten was al verboden of streng verboden: moord, ontvoering, sabotage, verwoesting met gevaar voor de openbare veiligheid, onwettig vuurwapenbezit, vliegtuigkaping en wat je allemaal nog meer op zou kunnen sommen uit het repertoire van terroristen, het was natuurlijk sinds mensenheugenis al strafbaar.[1]
     Vorige week maandag werd een man van 31 doodgeschoten bij metrostation Coolhaven. Een dag later werd de eerste verdachte aangehouden, een 34-jarige man uit Steenbergen. Hij wordt verdacht van poging tot doodslag en vuurwapenbezit.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Tweede verdachte aangehouden voor dodelijke schietpartij Rotterdam” (Dinsdag 19 juli 2022), NOS