vuurstraal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vuur·straal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurstraal vuurstralen
verkleinwoord vuurstraaltje vuurstraaltjes

Zelfstandig naamwoord

de vuurstraalv / m

  1. het lichtverschijnsel dat optreedt bij onweer
  2. een vlam die plotseling zeer groot en heet is geworden
    • Uiterst rechts staat een matroos die een vuurpijl afsteekt; een vuurstraal gaat sissend de lucht in. Dat kun je op dit plaatje horen. Golven slaan over de staalplaten van het dek; duidelijk zijn de klinknagels te zien. [2] 
    • Afgelopen juni had stermuzikant Avicii een ereplaats op Pinkpop, als afsluiter op het hoofdpodium. De dj/producer stond in zijn eentje achter een tafel met apparatuur, omringd door spuitende vuurstralen, rookwolken en neonlicht. Het ritme knalde, bekende nummers als ‘Levels’ en ‘Waiting for love’ loeiden over het veld. Vanachter zijn tafel lachte en zwaaide Avicii naar het publiek. Zijn handen draaiden niet aan knoppen, beroerden geen toetsen, en hoewel er stemmen te horen waren, zong hij niet. Avicii maakte op het toneel van Landgraaf geen muziek. [3] 
    • Plotseling schoot een oranje vuurstraal uit het plaveisel. Hartverscheurend gekras van metaal op steen, maar niet het dof bonken van autoblik dat het geluid van een botsing is. "Wat is dat?", vroeg ik. [4] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC S. Montag 10 maart 2012 Vrijbuiter Triplex
  3. NRC H. Carvalho 23 december 2015 Druk op play voor dit concert
  4. NRC S. Montag 28 juli 2001 In de Derde Wereld (3)
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be