vuurkogel
Uiterlijk
- vuur·ko·gel
- samenstelling van vuur en kogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuurkogel | vuurkogels |
verkleinwoord | vuurkogeltje | vuurkogeltjes |
de vuurkogel m
- (militair) projectiel gevuld met een licht ontvlambare stof, bedoeld als signaal, lichtbron of om brand te veroorzaken
- Zij werden opgemerkt door een Oost-Duitse grenswacht, die een vuurkogel afschoot. [1]
- bolvormig brandend luchtverschijnsel
- Eindelijk verrees de verblindende vuurkogel der zon omhoog. [2]
- [1] brandkogel
- [2] vuurbol
- Het woord 'vuurkogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Veertien vluchtelingen tijdens Kerstdagen" in: Limburgsch Dagblad jrg. 45 nr. 303 (28 december 1962); p.5 kol. 7; geraadpleegd 2016-02-22
- ↑ Hedin, S.Van Pool tot Pool. 1. Eerste reis: mijn 75000 kilometer lange reis door Oostelijk Europa, Azië en Australië. 2e druk (1917) W. de Haan, Utrecht; p. 163; geraadpleegd 2016-02-22