vulstuk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vul·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vullen ww en stuk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vulstuk | vulstukken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- voorwerpen die een lege ruimte kunnen opvullen
- Het interieur is ingedeeld met voorin een grote rondzit die met vulstukken tot zonnebed kan worden omgetoverd. [2]
- Achterin de 588 zijn de hoge enkele bedden gesitueerd, toegankelijk met treden waarin kleine spullen kunnen worden opgeborgen. De twee slaapplekken tover je in een handomdraai om – met een vulstuk (optie) – tot een riante tweepersoons matras van twee bij twee meter. [3]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord vulstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vulstuk" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 10 sep. 2015 Volgas zie je haar ware karakter
- ↑ De Telegraaf DICK WILLIAM HARINCK 12 sep. 2017 Succesnummer Hymer Exsis-i 588
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be