vulgarisatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vul·ga·ri·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vulgariseren met het achtervoegsel -atie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vulgarisatie | vulgarisaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het vulgariseren
Gangbaarheid
- Het woord vulgarisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vulgarisatie" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ vulgarisatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be