vuilnisblik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

vuilnisblik met stoffer
Uitspraak
Woordafbreking
  • vuil·nis·blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuilnisblik vuilnisblikken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vuilnisbliko

  1. (metalen) voorwerp waarop men met een stoffer het vuil van de vloer veegt
    • Vrijdagmiddag: je beslist snel nog eens je vloer een goede beurt te geven. Alleen merk je al snel dat die emmer te groot is voor je gootsteen en lavabo. Geen paniek: haal er rustig een vuilnisblik bij en laat zo het water in de emmer stromen.[1] 
    • Het heeft hevig geregend in Catalonië. Bepaalde delen van de regio staan onder water, tot wagens toe. Dan kan een vuilnisblik helpen om water te hozen zodat de passagiers droge voeten blijven hebben. Gesteld dat de auto kan starten natuurlijk.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Standaard 29/09/2016 om 05:22 door avh Cola in het toilet gieten (en tien andere tips voor een proper kot)
  2. de Standaard 22 AUGUSTUS 2014 elders
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be