vruchtgenot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vruchtgenot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vrucht·ge·not
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrucht en genot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vruchtgenot | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het vruchtgenot o
- (juridisch) zakelijk recht om een anders goed te gebruiken en de vruchten daarvan te trekken, alsof men zelf eigenaar was
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord vruchtgenot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vruchtgenot" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be