vrouwenschoen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrou·wen·schoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrouw en schoen met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrouwenschoen | vrouwenschoenen |
verkleinwoord | vrouwenschoentje | vrouwenschoentjes |
Zelfstandig naamwoord
- een schoen bestemd om door een vrouw te worden gedragen
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'vrouwenschoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.