vrouwenkiesrecht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrou·wen·kies·recht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrouw en kiesrecht met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrouwenkiesrecht | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (politiek) (juridisch) recht van vrouwen het kiesrecht uit te oefenen dan wel gekozen te worden
- het eerste land met algemeen vrouwenkiesrecht was Nieuw-Zeeland (1893), gevolgd door Australië (1902) en Finland (1906)
- ▸ De basis daarvan lag waarschijnlijk in de strijd voor het vrouwenkiesrecht, waaraan ze zich hadden geëngageerd sinds ze tieners waren.[2]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vrouwenkiesrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691