vrouwenhandelaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrou·wen·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrouwenhandelaar vrouwenhandelaren
vrouwenhandelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vrouwenhandelaarm

  1. iemand die vrouwen werft voor de illegale, gedwongen prostitutie
     In Amsterdam is een 42-jarige Turk veroordeeld tot 9 jaar cel voor vrouwenhandel. De straf is hoger dan de eis van het Openbaar Ministerie. Dat had 7 jaar geëist.[2]
     Vrouwenhandelaar vast in Bulgarije: In de Bulgaarse hoofdstad Sofia is een man opgepakt die in Nederland is veroordeeld voor vrouwenhandel. Dat melden Bulgaarse media. De Bulgaar werd in februari bij verstek veroordeeld tot ruim zes jaar gevangenisstraf.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Vrouwenhandelaar krijgt 9 jaar cel” (Maandag 17 juni 2013, 18:27), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Vrouwenhandelaar vast in Bulgarije” (Zondag 14 oktober 2012, 18:52), NOS