vrouwenbond

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vrouwenbond    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vrou·wen·bond

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vrouw zn  en  bond zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vrouwenbond	vrouwenbonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vrouwenbond m

1. vakbond voor vrouwen; bond die opkomt voor de belangen van vrouwen

   ▸ Eerder stemden FNV Bondgenoten, FNV Zelfstandigen en de Vrouwenbond voor deelname. De ouderenbond ANBO en FNV Zelfstandigen Bouw zien niets in de opvolger van de FNV.

   ▸ Het mediacircus wordt vergroot doordat allerlei beroemdheden en politici zich met de zaak bemoeien. "Zangeressen, de kleindochter van Nelson Mandela, de vrouwenbond van regeringspartij ANC: ze wonen allemaal de zaak bij om te laten zien dat ze aan 'goede' kant van het verhaal staan", vertelt Groenink. Ook minister Dlamini van Vrouwenzaak verscheen in de publieksbanken.

Gangbaarheid

• Het woord vrouwenbond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.