vroed
Uiterlijk
- vroed
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vroed | vroeder | vroedst |
verbogen | vroede | vroedere | vroedste |
partitief | vroeds | vroeders | - |
vroed [3]
- Het woord vroed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vroed" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "vroed" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vroed op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be