vrijmetselaarsloge

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

vrijmetselaarsloge
Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·met·se·laars·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijmetselaarsloge vrijmetselaarsloges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vrijmetselaarslogev / m

  1. plaats of gebouw waar een groep vrijmetselaars bij elkaar komen; afdeling van de vrijmetselarij
     De diners van de vrijmetselaarsloges waren saai en kleurloos als hij er niet bij was.[2]
     De IOR (Instituut voor Religieuze Werken) was de grootste aandeelhouder van de Banco Ambrosiano, een bank die werd beschuldigd van het witwassen van geld voor de Siciliaanse maffia. De tussenpersoon bij die vermeende transacties was de vrijmetselaarsloge P2, waarvan de huidige premier Silvio Berlusconi nog lid is geweest. De directeur van de Banco Ambrosiano, Roberto Calvi, was ook lid van de loge.[3]
     Henk Wijnholds (74, Apeldoorn) was wijkouderling en scriba in de PKN-wijkgemeente rond de Julianakerk en voorzitter van vrijwilligersorganisatie De Kap. Na zijn pensionering werd Wijnholds voorzitter van vrijmetselaarsloge De Veluwe. Momenteel is hij voorzitter van de vereniging van eigenaren van het appartementengebouw waar hij woont.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2022 Weblink bron “'Fraude Vaticaanse bank onderzocht'” (01-06-2010), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2022 Weblink bron “Zes Apeldoorners mogen zich sinds vandaag ridder noemen” (26-04-2021), Tubantia