vrijloop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

dwarsdoorsnede van een vrijloop-mechanisme
Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·loop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijloop vrijlopen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vrijloop m[1]

  1. (werktuigbouwkunde) stand van de versnellingsbak waarbij de verbrandingsmotor vrij kan lopen zonder aandrijving van de wielen
  2. (werktuigbouwkunde) mechanisme waardoor men bij een fiets de trappers stil kan houden terwijl de fiets toch rijdt
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Werkwoord

vervoeging van
vrijlopen

vrijloop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijlopen
    • ... dat ik vrijloop. 

Verwijzingen