vrijhandelsverdrag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrij·han·dels·ver·drag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijhandelsverdrag | vrijhandelsverdragen |
verkleinwoord | vrijhandelsverdragje | vrijhandelsverdragjes |
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrijhandel en verdrag met het invoegsel -s-
Zelfstandig naamwoord
het vrijhandelsverdrag o
- (politiek) verdrag dat de vrije handel regelt
- "Vrijhandelsverdrag slecht voor gezondheid" [1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vrijhandelsverdrag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.