vrijetijdssector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrije·tijds·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijetijdssector vrijetijdssectoren
vrijetijdssectors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vrijetijdssectorm

  1. de bedrijfstak die zich bezig houdt met recreatieve voorzieningen
     Ook de werkgelegenheid krijgt er een boost door, zegt Crum. "Eén op de vijftien banen in Drenthe is gerelateerd aan de vrijetijdssector. Er zijn zelfs gemeenten waar dat één op de drie is."[1]
     Voor Overijssel is het toerisme een grote kans op meer werkgelegenheid. Nu al werken 35.000 mensen in de vrijetijdssector en de gedeputeerde denkt dat dit aantal fors kan stijgen, juist in gebieden waar de werkgelegenheid nu onder druk staat.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    Roel Pauw
    “Drenthe wil meer toeristen trekken: 'Stilstand is achteruitgang'” (Maandag 18 maart 2019, 09:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Al die toeristen, waar laat je die?” (Woensdag 10 oktober 2018, 06:00), NOS