vreemdgingen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vreemd·gin·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vreemdgaan |
vreemdgingen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vreemdgaan
- ...dat wij vreemdgingen.
- ...dat jullie vreemdgingen.
- ...dat zij vreemdgingen.
- ...dat wij vreemdgingen.