vrat weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrat weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegvreten

vrat (...) weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegvreten
    • Ik vrat weg. 
    • Jij vrat weg. 
    • Hij, zij, het vrat weg.