vrat weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrat weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegvreten |
vrat (...) weg
- enkelvoud verleden tijd van wegvreten
- Ik vrat weg.
- Jij vrat weg.
- Hij, zij, het vrat weg.
- Ik vrat weg.
vervoeging van |
---|
wegvreten |
vrat (...) weg