vrachtruim

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

auto rijdt uit het vrachtruim van een vliegtuig
Uitspraak
Woordafbreking
  • vracht·ruim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrachtruim vrachtruimen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vrachtruim o [1]

  1. de ruimte in een voertuig geschikt voor vracht
    • Waar die personal computers dan aan boord moeten blijven is onduidelijk. In het vrachtruim kunnen die brandbare batterijen net zo gevaarlijk zijn, waarschuwen de luchtvaartautoriteiten. De angst is dat ze bij verhitting ontploffen. In de cabine kunnen ze echter gebruikt worden voor terroristische doeleinden.[2] 
    • De bezettingsgraad bij de groep kwam uit op 87,7 procent. Dat is een verbetering met 2,2 procentpunt ten opzichte van vorig jaar. Het vrachtvervoer bij Air France-KLM nam met 3 procent toe. Het vrachtruim werd daarbij in doorsnee voor 57,6 procent gebruikt.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf PAUL ELDERING 25 okt. 2017
  3. de Telegraaf 10 jul. 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be