vrachtkosten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vracht·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrachtkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vrachtkostenmv

  1. geld dat men moet betalen voor het transport van goederen
     Winkelketen Target was de grote verliezer op de beurs. De aandelen van het bedrijf daalden bijna 25 procent in waarde, het grootste verlies in een dag sinds 1987. Vanwege toegenomen brandstofkosten en vrachtkosten waarschuwde het bedrijf dat het minder winst zal maken.[2]
     "Ik heb een zakenpartner in China gebeld en vier dagen later had ik honderdduizend mondkapjes op Schiphol liggen", vertelt Goudsmit, die normaal zonnepanelen importeert. "Ik vroeg 95 cent voor de maskers. Daar kwamen nog wat invoerrechten en vrachtkosten bij, dus de prijs kwam uit op zo'n 1,50 euro."[3]
     Suzano, een van de grootste houtpulpproducenten ter wereld, heeft al gezegd dat er waarschijnlijk minder wc-papier in de schappen komt te liggen. De redenen daarvoor zijn vertraging en de gestegen vrachtkosten, meldt Bloomberg op gezag van de bestuursvoorzitter van het bedrijf.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 31 januari 2023 Weblink bron “Forse verliezen op Amerikaanse aandelenbeurzen” (Woensdag 18 mei 2022, 23:23), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 31 januari 2023 Weblink bron “Waarom betaalde VWS Van Lienden zo veel? 'Ik vroeg 1,50 voor de mondkapjes'” (Dinsdag 8 juni 2021, 22:31), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 31 januari 2023 Weblink bron “'Grootste problemen Suezblokkade komen pas na vlottrekken containerschip'” (Zaterdag 27 maart 2021, 19:40), NOS