voyez

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
voir

voyez

  1. tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van voir
  2. tweede persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van voir

Werkwoord

vervoeging van
voyer

voyez

  1. tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van voyer
  2. tweede persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van voyer