vouwden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vouwden uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vouw·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitvouwen |
vouwden uit
- meervoud verleden tijd van uitvouwen
- Wij vouwden uit.
- Jullie vouwden uit.
- Zij vouwden uit.
- Wij vouwden uit.
Gangbaarheid
- Het woord vouwden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.