vouwde om
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vouw·de om
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omvouwen |
vouwde (...) om
- enkelvoud verleden tijd van omvouwen
- Ik vouwde om.
- Jij vouwde om.
- Hij, zij, het vouwde om.
- Ik vouwde om.