voulez

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • vou·lez

Werkwoord

vervoeging van
vouloir

voulez

  1. tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van vouloir
  2. tweede persoon meervoud gebiedende wijs (impératif présent) van vouloir
Synoniemen