vormgaven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vorm·ga·ven

Werkwoord

vervoeging van
vormgeven

vormgaven

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vormgeven
    • ...dat wij vormgaven. 
    • ...dat jullie vormgaven. 
    • ...dat zij vormgaven.