vorm om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vorm om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omvormen

vorm (…) om

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvormen
    • Ik vorm om. 
  2. gebiedende wijs van omvormen
    • Vorm om! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omvormen
    • Vorm je om? 

Gangbaarheid