voost

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voost

Bijvoeglijk naamwoord

voost

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van voos

Werkwoord

vervoeging van
vozen

voost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vozen
    • Jij voost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vozen
    • Hij voost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vozen
    • Voost!