voorvocht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voorvocht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voor·vocht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voor vz  en  vocht zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voorvocht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

voorvocht

1. een helder vocht dat bij seksuele opwinding uit de penis kan komen zonder dat de man klaarkomt, en ook zonder dat een erectie hoeft op te treden

   • "Als mensen zeggen: 'We doen het heel voorzichtig', vraag ik door. Periodieke onthouding en voor het zingen de kerk uit gaan, zijn het toppunt van onbetrouwbaarheid. Als de man voorvocht produceert, is de kans op zwangerschap tot honderd keer zo groot, vergeleken met de pil", aldus de gynaecoloog.  
   • De officier van justitie wond er geen doekjes om: „De details zijn schokkend. Opmerkelijk is dat de verdachte meer heeft verteld dan de slachtoffers hebben verklaard.” Hij twijfelde niet aan de verklaringen van de kinderen: „Het moeten proeven van voorvocht; zoiets verzin je niet.”  
   • Het hiv-virus kan zich bevinden in bloed, sperma, voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk, schrijft Stop Aids Now. Je kunt het krijgen door onbeschermde seks of door in contact te komen met geïnfecteerd bloed.  

Vertalingen

    1.   

Engels: pre-ejaculate (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'voorvocht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorvocht" herkend door:

94 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.