vooruitgesprongen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·uit·ge·spron·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van vooruitspringen: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van: | vooruitspringen… |
verbogen vorm: | vooruitgesprongene |
vooruitgesprongen
- voltooid deelwoord van vooruitspringen