voorstadje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorstadje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvorstɑtjə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- voor·stad·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het voorstadje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorstad