voorraadbak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·raad·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorraadbak voorraadbakken
verkleinwoord voorraadbakje voorraadbakjes

Zelfstandig naamwoord

de voorraadbakm

  1. stevig hol voorwerp waarvan één zijde open is voor het bewaren van een hoeveelheid van iets voor toekomstig gebruik
     De bemanning schepte de ene voorraadbak na de andere vol met garnalen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 maart 2021 Weblink bron “Darwins hofvijver. Een drama in het Victoriameer.”, 10e druk (2004), Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, p. 243