voorlaatst
Uiterlijk
- Geluid: voorlaatst (hulp, bestand)
- voor·laatst
- samenstelling van voor bw en laatst bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | voorlaatst |
verbogen | voorlaatste |
voorlaatst
- niet de laatste maar één daarvoor
- Hij eindigde op de voorlaatste plaats in de wedstrijd.
- Het woord voorlaatst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorlaatst" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be