voorjaarszon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·jaars·zon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorjaarszon voorjaarszonnen
verkleinwoord voorjaarszonnetje voorjaarszonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de voorjaarszonv / m

  1. de milde, warme zonneschijn van de lente
     Hun huis, Villa Tagora, lag in de zogenaamde 'groene zone', die onder de zuidelijke voorjaarszon al behoorlijk van kleur verschoten was, en een stoffige en al bijna verdorde aanblik bood.[2]
     In eigen land is de lente begonnen. In Rotterdam genieten mensen van de voorjaarszon[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  3. Bronlink geraadpleegd op 22 maart 2022 Weblink bron “Week in beeld: boze Turken, blije Rutte en sombere Spekman” (18-03-2017), NOS