voorgehangen
Uiterlijk
- voor·ge·han·gen
- vervoeging van voorhangen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van voor bw en gehangen ww
vervoeging van: | voorhangen… |
verbogen vorm: | voorgehangene |
voorgehangen
- voltooid deelwoord van voorhangen