voordringen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·drin·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voordringen
drong voor
voorgedrongen
klasse 3 volledig

Werkwoord

voordringen

  1. ergatief een plaats vooraan in een rij bemachtigen waarop men geen recht heeft
    • Hij was flink voorgedrongen, maar hij werd naar het eind van de rij teruggewezen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be