voorbipsblessure
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·bips·bles·su·re
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voorbips en blessure
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorbipsblessure | voorbipsblessures |
verkleinwoord | voorbipsblessuretje | voorbipsblessuretjes |
Zelfstandig naamwoord
de voorbipsblessure v
- een blessure aan de voorbips, een beschadiging aan de (werking van de) vulva.
- Fietszadels zouden bij vrouwen kunnen zorgen voor een voorbipsblessure.
Gangbaarheid
- Het woord 'voorbipsblessure' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.