voorbijgevlogen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·bij·ge·vlo·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: voorbijvliegen…
verbogen vorm: voorbijgevlogene

voorbijgevlogen

  1. voltooid deelwoord van voorbijvliegen
     De eerste vijf maanden waren probleemloos voorbijgevlogen, maar nu mijn thuiskomst naderde was hij er wel klaar mee, papa moest naar huis komen.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia