voorbijgeschoten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·bij·ge·scho·ten
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van voorbijschieten: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling ie-oo (IPAː /iː/ - /oː/)
Werkwoord
vervoeging van: | voorbijschieten… |
verbogen vorm: | voorbijgeschotene |
voorbijgeschoten
- voltooid deelwoord van voorbijschieten