voorbehoeden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·be·hoe·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en behoeden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbehoeden |
behoedde voor |
voorbehoed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
voorbehoeden [1]
- voorzorgen treffen tegen iets
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'voorbehoeden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.