vonkend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • von·kend

Werkwoord

vervoeging van: vonken
verbogen vorm: vonkende

vonkend

  1. onvoltooid deelwoord van vonken
stellend
onverbogen vonkend
verbogen vonkende
partitief vonkends

Bijvoeglijk naamwoord

vonkend

  1. zeer fel, vonken voortbrengend
    • We zijn getuige van een vonkende botsing tussen ‘hoge’ en ‘lage’ kunsten. En een schoolvoorbeeld van wie betaalt, bepaalt… [1] 
    • Ze heeft vuurrode lippen, gitzwart haar, woest vonkende ogen en een goddelijk lichaam. [2] 
Synoniemen
Vertalingen


Gangbaarheid


Verwijzingen