vonden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • von·den

Werkwoord

vervoeging van
vinden

vonden

  1. meervoud verleden tijd van vinden
    • Wij vonden. 
    • Jullie vonden. 
    • Zij vonden. 
     Wij vonden 25 kilometer per dag al prima, terwijl jullie nu ruim 40 kilometer per dag doorjakkeren. Neem toch de tijd, zoiets maak je maar een keer in je leven mee. Het heeft me nooit losgelaten na al die jaren.’[1]

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be