voluntair
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vo·lun·tair
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse volontaire met het achtervoegsel -air [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | voluntair | voluntairder | voluntairst |
verbogen | voluntaire | voluntairdere | voluntairste |
partitief | voluntairs | voluntairders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
voluntair
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord voluntair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voluntair" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ voluntair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be